Hoewel de positieve effecten van beweegprogramma’s steeds duidelijker worden, is er wisselend bewijs over de effectiviteit van beweegprogramma’s bij spierziekten. Het I’M FINE onderzoek evalueert de effectiviteit van een geïndividualiseerd beweegprogramma bij mensen met langzaam progressieve spierziekten op het verbeteren van de fysieke fitheid.
Achtergrond:
Mensen met spierziekten hebben vaak moeite om voldoende te bewegen door klachten als spierzwakte, vermoeidheid en pijn. Onvoldoende beweging kan leiden tot een verminderde fysieke fitheid, wat het dagelijks functioneren lastiger maakt. Alhoewel de positieve effecten van beweegprogramma’s steeds duidelijker worden, is er nog wisselend bewijs over de optimale aanpak en zijn er ook onderzoeken die geen effect vonden. Mogelijk komt dit doordat huidige beweegprogramma’s onvoldoende zijn afgestemde op de individuele patiënt.
Doel:
Evalueren van de effectiviteit van een geïndividualiseerd beweegprogramma (persoonlijk trainingsprogramma + coaching traject) op de conditie en kwaliteit van leven van mensen met verschillende spierziekten. Ook wordt nagegaan of het volgen van het beweegprogramma zorgt voor een meer actieve leefstijl op de langere termijn.
Stand van zaken:
De werving van deelnemers voor het I’M FINE onderzoek is eind maart 2022 afgerond en het benodigde aantal deelnemers is bereikt. Deze laatste deelnemers doorlopen in 2022 nog (afhankelijk van de loting) het I’M FINE beweegprogramma. Tegen het einde van 2022 zullen alle deelnemers de eerste 2 metingen hebben afgerond. Over de uitkomsten van deze metingen zal een wetenschappelijk artikel met resultaten over de effectiviteit van het beweegprogramma op de fysieke fitheid worden geschreven. Mocht u meer willen weten over het onderzoek dan kunt u contact opnemen met Sander Oorschot (s.oorschot@amsterdamumc.nl).
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Sander Oorschot, onderzoeker bij de afdeling Revalidatie van het Amsterdam UMC, locatie AMC, in samenwerking met Eric Voorn PhD, Merel Brehm PhD en Frans Nollet MD, PhD. Het onderzoek wordt gefinancierd door het Prinses Beatrix Spierfonds.