In dit onderzoek met knie-enkel-voet-orthesen (KEVOs) worden twee verschillende kniescharnieren met elkaar vergeleken op het gebied van loopvaardigheid en gebruikerservaringen bij mensen met spierziekten.
Achtergrond:
Knie-enkel-voet orthesen (KEVOs) worden voorgeschreven bij mensen met knie-instabiliteit als gevolg van zwakte van de bovenbeenspieren. KEVOs kunnen worden voorzien van een standfase-controle (SC) kniescharnier. Dit scharnier vergrendelt in de standfase van het lopen wat zorgt voor stabiliteit tijdens de gewicht name op het been, terwijl in de zwaaifase het scharnier automatisch ontgrendelt en kniebuiging toelaat. Dit zorgt voor een natuurlijker looppatroon met minder compensaties. Er zijn verschillende typen SC-kniescharnieren op de markt, zowel mechanisch als elektronisch aangestuurd. De verschillen en effectiviteit en tevredenheid van deze scharnieren zijn tot op heden nog niet goed onderzocht.
Doel:
Het doel van dit onderzoek is om bij mensen met knie-instabiliteit de effectiviteit van twee elektronische kniescharnieren met elkaar te vergelijken, het NEURO TRONIC kniescharnier en het E-MAG Active kniescharnier. Beide scharniertypen worden regulier gebruikt voor de behandeling van knie-instabiliteit als gevolg van bovenbeenzwakte. Er wordt hierbij gekeken naar de effecten op het lopen en de gebruikerservaring.
Deelname:
We hebben bij 10 mensen een nieuwe KEVO met het NEURO TRONIC kniescharnier aangemeten. Dit betekent dat we voldoende deelnemers voor het onderzoek hebben. De metingen voor dit onderzoek zijn inmiddels ook afgerond. Momenteel worden de uitkomsten van het onderzoek opgeschreven en wij hopen deze op korte termijn te kunnen presenteren en publiceren in een wetenschappelijk tijdschrift. Indien u meer informatie over dit onderzoek wilt dan kunt u contact opnemen met Bart Raijmakers (b.g.raijmakers@amsterdamumc.nl).
Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Bart Raijmakers MSc, fysiotherapeut en onderzoeker bij de afdeling Revalidatie van het Amsterdam UMC, locatie AMC, in samenwerking met Merel Brehm PhD, Tom Gort, Fieke Koopman MD, PhD, en Frans Nollet MD, PhD.