Voor het stellen van de diagnose postpoliosyndroom (PPS) worden de criteria van de March of Dimes (2001) gehanteerd. Bij de patiënt moet daarvoor sprake zijn van:
- een voorgeschiedenis van acute poliomyelitis die gepaard ging met paresen;
- gevolgd door een periode van ten minste vijftien jaar van neurologische stabiliteit;
- nieuwe of toegenomen spierzwakte of spiervermoeidheid;
- symptomen die ten minste een jaar bestaan;
- afwezigheid van andere aandoeningen die de symptomen zouden kunnen verklaren.